Alternatieven uit 1972 voor Vliegveld Zestienhoven

Een interessante terugblik naar 1972. Sluiting voor “Zestienhoven” was toen ook al een serieuze optie.

Blunder

Het toenmalige vliegveld Zestienhoven is vele malen bestempeld als een ‘planologische bunder’. Dit is niet zonder impact gebleven.
Het mag duidelijk zijn dat woningbouw een wens van alle tijden is. Het concept ‘Rotterdam Central Park’, waar deze website op gebaseerd is, pretendeert daarom ook niet met een nieuw plan te komen. De behoefte voor (betaalbare) woningen is thans nóg groter dan ooit te voren.
In het jaar 1972 becijferde Dienst Stadsontwikkeling op deze locatie zelfs 11.500 woningen te kunnen realiseren.
Ook werden twee andere alternatieven aangedragen, die vermoedelijk naar de huidige maatstaven het niet meer zouden redden als het nu als voorstel wordt ingediend. De woningnood echter is van alle tijden.

Onrendabel

Ruim een halve eeuw na onderstaand artikel, blijkt de huidige luchthaven nog steeds niet rendabel en meent de directie wederom met de inzet van meer en grotere vliegtuigen het alsnog te worden. Ook dit is een herhaling van geschiedenis. Het argument ‘economische motieven’ is in de afgelopen decennia steeds aangevoerd én geaccepteerd. Echter, de luchthaven biedt slecht circa 110 arbeidsplaatsen en is niet in staat rendabel te werken. Dat kon het in de jaren '70 niet en dat kan het vliegveld nog steeds niet.

Grondig voorbereid

Het plan om 11.500 woningen te bouwen is destijds door de gemeente grondig voorbereid. Het Gemeentemuseum Rotterdam heeft de beschikking over een maquette op schaal 1:2500 van het luchthaventerrein dat omgebouwd is tot woongebied. In die periode was de gemeente zowel eigenaar van het vliegveld als van de grond en kon relatief eenvoudig een andere bestemming geven aan dit gebied.

Maquette woningbouwplan-Zestienhoven-Rotterdam (werknr2185)
Foto: museum Rotterdam (1976)

Circa 50 jaar na deze plannen ontwikkelde Matthijs de Boer MDBS deze schets in de 21e eeuw voor een concept van diverse Rotterdamse politieke partijen.

Het toenmalige vliegveld Zestienhoven is vele malen bestempeld als een ‘planologische bunder’.

Gemeente Rotterdam

1972 - Artikel uit NRC

Door een onzer redacteuren ROTTERDAM, 22 juli 1972
Woningbouw - een wereldtentoonstelling - een nieuwe universiteit - kantoren. Deze vier mogelijkheden ziet de Rotterdamse dienst voor stadsontwikkeling als eventuele alternatieve bestemmingen voor de huidige luchthaven Zestienhoven. De studie van de dienst heeft geen andere pretentie dan een globale verkenning. De financiële consequenties zijn niet uitgewerkt omdat de termijn waarbinnen een of meer alternatieven kan worden uitgevoerd met geen mogelijkheid te benaderen is. Bovendien is nog geen definitief antwoord gegeven op de vraag of de beste bestemming die aan een luchthaventerrein kan worden gegeven niet gewoon voortzetting van de luchthaven is.

Uitgangspunten

Uitgangspunten van stadsontwikkeling bij de verkenning waren:
• Het gebied ten noorden van de Doenkade moet een agrarische bestemming houden.
• Het ten zuiden van de luchthaven liggende recreatiegebied mag niet worden aangetast.
• De waardevolle bebouwing van het vliegveld (zoals het stationsgebouw) dient te worden gehandhaafd.
• Het gebied moet door openbaar vervoer (tram, bus of trein) worden ontsloten.

De dienst heeft uitgerekend dat, als het terrein voor de woningbouw zou worden bestemd, er een woongebied met 11.500 woningen zou kunnen ontstaan. Het centrum van dat nieuwe woongebied zou dan ter hoogte van het platform van de luchthaven kunnen komen te liggen. Voor een dergelijke ontwikkeling is het nodig te zorgen voor openbaar vervoer dat vanaf het verlengde van de Statenweg het gebied zou moeten kunnen binnendringen. Volgens stadsontwikkeling staat nu al vast dat woningbouw de gemeente geen financiële voordelen boven het exploiteren van een luchthaven zal opleveren. De noodzakelijke sloop van grote delen van de start- en taxibanen zullen zwaar op de kosten drukken; bovendien moeten sportvelden worden verplaatst en zal een complex van volkstuinen dienen te verdwijnen.

Wereldtentoonstelling

Een tweede alternatieve bestemming zou volgens stadsontwikkeling een wereldtentoonstelling kunnen zijn. Deze zou voor Rotterdam het voordeel kunnen bieden dat het gebied door wegen wordt ontsloten zonder dat het de stad veel zou hoeven te kosten. Deze bestemming kan worden gecombineerd met kleine woongebieden bij de Wilgenplas en rondom de Kleiweg.

Universiteit

Als derde mogelijkheid ziet stadsontwikkeling het stichten van een nieuwe universiteit. Voor de huidige gebouwen van Medische Faculteit en Nederlandse Economische Hogeschool zou dan een nieuwe bestemming moeten worden gezocht. Overigens neemt de dienst bij voorbaat aan dat dit idee op grote weerstand zal stuiten in verband met de nabije ligging van de TH in Delft. De afstand tussen nieuwe universiteit en TH is dan zo klein geworden dat de ertussen liggende groene bufferzone ongetwijfeld onder grote druk zal komen te staan. Ook in het geval van een universiteit moet worden gedacht aan enige kleine aanvullende woonbebouwing.
Stadsontwikkeling wijst tenslotte nog op de mogelijkheid om op het luchthaventerrein de tertiaire werkgelegenheid te bevorderen, maar wijst erop, dat het gebied zeker niet bij uitstek gunstig ligt in verband met het ontbreken van een knooppunt van openbaar vervoer. De verkenning van stadsontwikkeling is het gevolg van een vorig jaar door de gemeenteraad aangenomen motie van het raadslid Kernkamp. Deze had verzocht alternatieve gebruiksmogelijkheden van het vliegveld te onderzoeken voor het geval ooit zou worden besloten de luchthaven op te heffen. Zoals de zaken er nu voorstaan hoeft de eerste vijftien jaar niet op sluiting van het vliegveld te worden gerekend. De vraag of het ooit zal verdwijnen is ook nog niet beantwoord.

Dit artikel was gepubliceerd in het NRC van 22 juli 1972.